Update - Verhoogde eenmalige investeringsaftrek op nieuwe activa vanaf 2025
25-04-2025
Sinds 1 januari 2025 is de vernieuwde eenmalige investeringsaftrek van toepassing, die nu ook geconcretiseerd werd door de publicatie van de noodzakelijke uitvoeringsbesluiten en investeringslijsten via drie categorieën. Proactief over investeringen nadenken loont de moeite door fiscaal interessante investeringen te belichten.Het tarief van de eenmalige investeringsaftrek (basis) bedraagt 10% voor natuurlijke personen en kleine ondernemingen (eerste categorie). Grote ondernemingen blijven (zoals in de vroegere regeling) uitgesloten.
Ter info: een vennootschap wordt als “klein” beschouwd indien zij maximaal één van volgende criteria overschrijdt:
- Gemiddeld personeelsbestand niet meer dan 50
- Omzet maximaal 11.250.000 euro (exclusief btw)
- Balanstaal maximaal 6.000.000 euro
Nieuw is dat bepaalde investeringen die gebaseerd zijn op, of die gebruik maken van voor het milieu en klimaat schadelijke stoffen uitgesloten worden van de gewone investeringsaftrek. Een uitzondering hierop is de vaste activa waarvoor geen economisch vergelijkbaar koolstofemissievrij alternatief is.
Naast de basis investeringsaftrek is er in de nieuwe regeling sprake van een verhoogde thematische investeringsaftrek (tweede categorie).
De vier thema’s binnen de tweede categorie van eenmalige investeringsaftrek zijn:
- Investeringen in efficiënt energieverbruik en hernieuwbare energie (art. 69/1, §2 WIB 92)
- Investeringen in koolstofemissievrije voertuigen (art. 69/1, §3 WIB92)
- Milieuvriendelijke investeringen (art. 69/1, §4 WIB92)
- Ondersteunende digitale investeringen (art. 69/1, §5 WIB92)
De thematische investeringsaftrek is behalve in de gevallen die door de Koning worden bepaald niet combineerbaar met subsidies van de gewesten. De investeringen moeten op minstens 3 jaar afgeschreven worden.
De investeringen in het 1e thema “investeringen in efficiënt energieverbruik” moeten betrekking hebben op gebouwen die minstens 10 jaar oud zijn. Deze investeringaftrek bedraagt 40% voor natuurlijke personen en kleine vennootschappen, en 30% voor grote vennootschappen.
Het 2e thema "investeringen in koolstofemissie voertuigen” bevat onder meer investeringen in voertuigen zoals rijwielen, gemotoriseerde rijwielen, speedpedelecs, voortbewegingstoestellen, bromfietsen, driewielers, vierwielers met motor en motorfietsen zonder CO₂ uitstoten via uitlaatpijp, en:
(i) die uitsluitend bestemd zijn voor logistieke diensten, goederenvervoer, vervoer van gereedschappen nuttig voor de uitoefening van een beroepsactiviteit of het vervoer van passagiers; of
(ii) worden aangeschaft ter vervanging van voertuigen die wél CO₂ uitstoten via de uitlaatpijp.
Deze investeringaftrek bedraagt 40% voor natuurlijke personen en kleine vennootschappen, en 30% voor grote vennootschappen. Ook een investering in gebouwen voor stalling van voornoemde voertuigen en inrichting van kleedkamers of sanitaire voorzieningen komen in aanmerking (tot 1 miljoen euro).
De investeringen in het 3e thema “milieuvriendelijke investeringen” beogen investeringen die bijdragen aan een gunstige milieu-impact. Zij moeten noodzakelijkerwijze betrekking hebben op gebouwen van minstens 10 jaar oud, of machines of apparatuur of systemen die minstens 5 of 10 jaar oud zijn en de nieuwe investering minder energie verbruikt. In de meeste gevallen is een voorafgaande energieaudit vereist.
Hiertoe behoren onder meer volgende investeringen:
- het isoleren van muren en spouwmuren
- het isoleren van plafonds
- het vervangen van ramen en aanbrengen van hoogrendementsbeglazing
- het vervangen van buitendeuren
- het aanbrengen van tochtsluizen, tochtgordijnen of automatisch sluitende deuren
- die uitsluitend worden verwezenlijkt met het oog op de vermindering van het energieverbruik van bestaande verbrandings-, verwarmings- en klimatiseringsapparatuur
- opslagsystemen voor elektrische en/of thermische energie
Deze investeringaftrek bedraagt 40% voor natuurlijke personen en kleine vennootschappen, en 30% voor grote vennootschappen.
De investering moet op de investeringslijst staan én er moet een voldoende gemotiveerd attest worden aangevraagd bij de bevoegde minister. Het attest moet ten laatste drie maanden na het afsluiten van het boekjaar aangevraagd worden. Binnen de zes maanden moet de bevoegde overheid een beslissing nemen.
Voor investeringsprojecten die over meerdere jaren lopen, kan een investeringscertificaat gevraagd worden op basis van de in dat belastbaar tijdperk geldende investeringslijsten.
De investeringen in het 4e thema "ondersteunende digitale investeringen" omvatten onder meer investeringen in digitale betalings- en facturatiesystemen, alsook investeringen in beveiliging van digitale informatie en data (hardware & software: o.m. Peppol & e-invoicing). Ook de kosten voor ontwikkeling van software komen in aanmerking. Deze investeringaftrek bedraagt 20% voor natuurlijke personen en kleine vennootschappen (niet van toepassing voor grote vennootschappen).
Tot slot is er ook nog de technologie-investeringsaftrek (derde categorie), die 13,5 % (eenmalig) of 20,5% (gespreid) bedraagt. Zowel eenmanszaken, kleine en grote vennootschappen in de zin van artikel 1:20 WVV komen in aanmerking. Om van deze aftrek te kunnen genieten, dient het bedrijf bijvoorbeeld een R&D-afdeling te hebben of innovatiesteun te hebben genoten via bijvoorbeeld VLAIO.
Uiteraard staat uw fiscaal accountant binnen Roslar Boekhoudkantoor ter beschikking voor alle bijkomende inlichtingen tijdens uw volgend fiscaal adviesgesprek.